Het probleem: waar hij ook gaat, gevaar loert op hem.
Het keerpunt: tijd is een waardevolle hulpbron. In plaats van zich halsoverkop te storten, wacht hij tot de leeuw wegloopt om te drinken; de krokodillen vluchten uiteen, zijn waakzaamheid verslapt en hij kan ongezien naar de uitgang glippen.
De les: wanneer je voor een doodlopende weg staat, introduceer dan een eerder over het hoofd geziene variabele (tijd, weer, drukte). Soms is niets doen de beste oplossing.
2) De grote klok staat stil op 12:30.

Het probleem: onbereikbaar, gebouw afgesloten, geen gereedschap.
De doorbraak: een stilstaande klok geeft twee keer per dag de juiste tijd aan; wacht gewoon tot 12:30 om de correcte tijd af te lezen zonder ingrijpen.
De les: maak onderscheid tussen het werkelijke doel en de bedachte oplossing. Is het je doel om het systeem te repareren… of simpelweg om de informatie te verkrijgen?